Teksten voor intranet

Teksten schrijven voor intranet

Teksten voor het intranet dienen volgens andere richtlijnen geschreven te worden dan die voor ‘algemeen gebruik’. In dit artikel worden stappen en praktische schrijftips voor het schrijven van een intranet tekst beschreven.

1. SCHERM TEKSTEN

Het intranet zal vrij veel tekst bevatten. Helaas is een computerscherm niet het meest ideale medium om tekst te lezen. Daar komt nog bij dat een web omgeving het lezen nog verder bemoeilijkt. Niet zozeer omdat de tekst niet goed leesbaar is, maar doordat het medium sterk interactief is. De gebruiker heeft de neiging te ‘zappen’ en heeft daardoor vaak onvoldoende geduld om een tekst te lezen.

De belangrijkste kenmerken van een schermtekst op een rij:

Een schermtekst moet ongeveer 50% korter zijn dan een papieren tekst
Om het ‘zap’ en ‘scan’ gedrag te ondersteunen moet een schermtekst gebruik maken van veel tussenkopjes, korte alinea’s en voldoende witregels
Behandel slechts 1 idee per alina, en begin elke alinea met de conclusie of hoofdstelling van die alinea (bij papieren teksten is dit meestal andersom)
Geef de gebruiker de mogelijkheid de tekst te printen

Hieronder is een weg beschreven van geschreven tekst naar schermtekst. Omdat strategieën in de regel zeer persoonlijk zijn, is het mogelijk een stap over te slaan of stappen toe te voegen. Hierbij geldt dat een ervaren schermtekstschrijver minder houvast nodig heeft dan een beginnende.

2. STAPPEN NAAR INTRANET TEKST

Stap 1: maak een samenvatting

Een gebruiker heeft behoefte aan overzicht. Dit is te bieden, door de belangrijkste informatie goed samengevat op het eerste scherm te zetten. De gebruiker is op die manier in staat om – vanuit het overzicht – een selectie te maken van de gedetailleerde informatie. Probeer de samenvatting te beperken tot zo’n honderdvijftig woorden: een tekst met deze omvang past prima op een scherm en de gebruiker is in staat om zo’n fragment te lezen.

Maak een inventarisatie van de belangrijke thema’s in de tekst en probeer die thema’s aan te duiden met woorden of delen van zinnen. Verwerk deze in de samenvatting en zorg ervoor dat de lezer begrijpt hoe de verschillende thema’s van elkaar verschillen en met elkaar samenhangen.

Stap 2: kies een structuur

Voor de onervaren schermtekstschrijver ligt de keuze van een hiërarchische structuur het meest voor de hand. Vanuit de eerste knoop (de samenvatting) vertrekken er net zoveel lijnen als er subthema’s (hyperlinks) in de samenvatting voorkomen.

Stap 3: maak detailstructuren

Maak per thema eerst een samenvatting en inventariseer zo de subthema’s. In feite is dit een herhaling van stap 1.

Stap 4: visualiseer

Het verdient aanbeveling om de structuur schetsmatig weer te geven, bijvoorbeeld op een groot vel papier. Geef met trefwoorden de thema’s en de subthema’s aan. Werk daarna de verschillende schermen verder uit.

Stap 5: evalueer

Controleer het schema op het gevaar van desoriëntatie. Kijk naar het aantal lagen in de structuur en het aantal keuzen per scherm. Beoordeel de logica. Beredeneer volgens welke verschillende reeksen de gebruiker de schermen kan bekijken. Beoordeel de hyperlinks. Is de inhoud in de tak eronder (inclusief zij takken) voldoende voorspelbaar?

Stap 6: optimaliseer

Doorbreek de hiërarchie en breng extra links aan, waar dat nuttig lijkt. Voer stap 5 nogmaals uit.

3. PRAKTISCHE SCHRIJFTIPS

Ter afronding van dit onderwerp nog een aantal praktische tips voor het schrijven van intranet teksten:

Maak alinea’s herkenbaar
Een alinea is een groep van zinnen die over hetzelfde (deel-) onderwerp gaan (en daarom bij elkaar horen). In tegenstelling tot geschreven tekst kan de lengte van een alinea bij een beeldschermtekst gelijk zijn aan een zin. Probeer een grote tekst eerst thematisch te verdelen over schermen en daarna het scherm over alinea’s. Soms is de tekst zo complex, dat het verstandig is om een schema te maken. Zo’n schema maakt duidelijk hoe de gebruiker straks kan navigeren. Behalve inhoudelijk moet een alinea ook naar vorm te herkennen zijn. Inspringen is op een beeldscherm niet gebruikelijk: scheid alinea’s met behulp van een witregel.

Maak de claim duidelijk
Een tekst is gewoonlijk informerend, overtuigend of activerend (of combinaties ervan).
Probeer de verschillende claims op een beeldscherm duidelijk van elkaar te scheiden en expliciteer de claim expliciet, liefst zo hoog mogelijk in de structuur.

De vraagvorm kan daarbij helpen:
Wilt u iets weten over …? (informatief)
Welke voor- of nadelen heeft….? (opiniërend/overtuigend)
Hoe kan ik een bijdrage leveren…..? (activerend)

Gebruik signaalwoorden op een goede manier
Signaalwoorden geven verbanden weer tussen verschillende elementen in een tekst. Een signaalwoord kan duiden op een verklaring (‘bijvoorbeeld’, ‘zoals’, een tegenstelling (‘maar’, ‘ondanks’, …), een opsomming (‘ten eerste, tweede, …’ etc.), een gevolgtrekking (‘conclusie’, …) enzovoorts.

Signaalwoorden maken het de lezer mogelijk een tekst selectief te lezen (met de ogen snel over de regels en ‘blijven haken’ achter een woord of woordgroep).

Van beeldschermen lezen mensen bij uitstek selectief, omdat het medium uitnodigt tot fragmentarisch omgaan met de informatie.

Schrijf korte zinnen
De schrijvers van adviesboeken raden doorgaans aan korte en lange zinnen af te wisselen om de tekst aantrekkelijker te maken. Op het scherm heeft een lezer in de regel teveel moeite met lange zinnen. Gebruik daarom korte, kernachtige zinnen.

Schrijf enkelvoudige zinnen
Zinnen met een of meer bijzinnen kosten de lezer meer inspanning dan enkelvoudige zinnen. Probeer bijzinnen te veranderen in aparte zinnen.

Schrijf ongecompliceerde zinnen
Probeer tangconstructies te vermijden, zoals: “De tekst, die overduidelijk voor de krant geschreven was, kwam op de site slecht over.”

Schrijf direct
Vermijdt de lijdende vorm, begin geen zinnen met “Er wordt…” of “Er is…”. Ook in het voorbeeld hierboven (“De tekst, die…”) staat een lijdende vorm (de tekst was voor de krant geschreven). In een bedrijvende zin staat het onderwerp voorop: “Deze tekst komt op het net slecht over. Van DAM.

Digital Asset Management. Beheer en hergebruik van multimedia zoals streaming video. DAM heeft hem overduidelijk voor de krant geschreven.”
Vermijd ook de naamwoordstijl. “De koningin zette de machine in werking.” naast “De werknemer zette de machine aan.”

Stapel niet met ontkenningen
Een tip die ook in veel adviesboekjes voor gedrukte teksten terugkomt. Dubbele ontkenningen maken een tekst verwarrend: “Het is niet ongewoon om taaladviezen in uitzonderingsgevallen te negeren.”

Kijk uit met afkortingen
Leestekens hebben geen beste naam op het scherm: voor de lezer is het allereerst zaak de afkorting als zodanig te herkennen. Vervolgens moet de lezer de afkorting ook nog begrijpen. Zelfs met afkortingen binnen een organisatie op een Intranet is het dan uitkijken.

Vermijd voorzetselstijl
Het op een ingewikkelde manier stapelen van voorzetsels in beleidsdocumenten op een beeldscherm ter informatie van collega’s van het departement kan zorgen voor problemen op het gebied van de leesbaarheid.

Gerelateerde berichten

Scroll naar boven